Allerlei
"Just a dog" 
  
From time to time, people tell me to ‘lighten up it’s just a dog’. Or that's a lot of money for ‘just a dog’. They don't understand the distance travelled, the time spent or the costs involved for ‘just a dog’ some of my proudest moments have come about with ‘just a dog’. Many hours have passed and my only company was ‘just a dog’ but I did not once feel slighted or lonely. Some of my saddest moments have been brought about by ‘just a dog’ and in those days of darkness, the gentle touch of ‘just a dog’ gave me comfort and reason to overcome the day. If you, too, think it's ‘just a dog’ then you will probably understand phrases like ‘just a friend’ ‘just a sunrise’ or ‘just a promise’ ‘Just a dog’ brings out the compassion and patience that make me a better person. Because of ‘just a dog ‘I will rise early, take long walks and look longingly to the future. So for me and folks like me, its not ‘just a dog’ but an embodiment of all the hopes and dreams of the future, the fond memories of the past, and the pure joy of the moment. ‘Just a dog’ brings out what is good in me and diverts my thoughts away from myself and the worries of the day. I hope that someday ‘they’ can understand that it's not ‘just a dog’ but the thing that gives me humanity and keeps me from being ‘just a man’. So the next time you hear the phrase ‘just a dog’ just smile, because ‘they’ just don't understand."

Old dogs, like old shoes, are comfortable. They might be a bit out
of shape and a little worn aroud the edges but they fit well.

Dogs are not my whole life but they make my life whole.
People often wonder just what trainers give the sheepdog in exchange for its boundless willingness. Food treats and praise sit on the trainer's shelf, untouched, unused. The sheepdog is shown its possibilities, he learns what life is like for a good dog and is invited to walk in a rational world whose farthest boundaries are defined by grace. 
---- Donald McCaig, Nop's Hope 

Als één schaap over de dam is volgen er meer. 
Het schaap met de vijf poten. 
Schaapachtig lachen. 
Een verdwaald schaap. 
Het verloren schaap is terecht. 
Zo mak als een schaap. 
Er gaan veel makke schapen in een hok. 
Schaapjes tellen. 
Zijn schaapjes op het droge hebben. 
Zo onnozel als een schaap. 
Een wolf in schaapskleren. 
Ik werk om een schaap te kopen, niet om er zelf één te worden. 
Schaapachtig kijken. 
Er is geen kudde of er loopt een schurftig schaap in. 
Een schurftig schaap steekt de hele kudde aan. 
Hoe schurftiger het schaap, hoe harder het blaat. 
Het zwarte schaap zijn. 
Er loopt een zwart schaap onder. 
Hij is het zwarte schaap in de familie. 
Die zich tot schaap maakt, wordt van de wolven gevreten. 
Men mag een schaap wel scheren, maar niet villen. 
De een scheert de varkens, de ander de schapen. 
Men moet de schapen scheren naar dat ze wol hebben. 
Men moet een schaap scheren, maar niet villen. 
Veel gebler weinig wol. 
Het is slecht scheren waar geen wol is. 
Onder de wol gaan. 
Door de wol geverfd zijn. 
Als de herder dwaalt, dolen de schapen. 
Schapen zonder herder. 
Het is een goed schaap, dat zijn herder volgt. 
Hij werd als een lam ter slachtbank gebracht. 
Zo onschuldig als een pasgeboren lam. 
Danst het lammetje in maart, april vat het bij de staart. 
De bokken van de schapen scheiden. 
Het schaap en het lam, kennen elkaar aan het geblaat. 
Het makke schaap wordt van van alle lammeren gezogen. 
Hij komt achteraan als het derde lam. 
Hij zal op de hei niet lammeren (Hij zal wel voor zichzelf zorgen). 
Een jonge ooi en een oude ram geven binnen het jaar een lam. 
Zijn hart klopt als een lammerenstaartje.